Interview Marieke van de Beek

Foto bij interviewvrijdag 30 december 2016 16:57

‘We zijn allemaal uniek en dat mag ook’

,,Wij zitten hier niet voor onze kiezers, maar voor de hele Scherpenzeelse bevolking”, zegt Marieke van de Beek, raadslid voor de ChristenUnie in Scherpenzeel. Sinds twee en een half jaar maakt zij deel uit van de gemeenteraad. Tien jaar geleden is zij vanuit Zuid-Holland in Scherpenzeel komen wonen.

Haije Bergstra

Op de website van de ChristenUnie Scherpenzeel staat dat uw motto is: ,,Je leeft niet voor jezelf”. Met deze uitspraak sluit u iets uit of, anders gezegd, het motto is negatief gesteld. Waar leeft u wel voor?

,,Ik heb, denk ik, gezegd: ,,Niet alleen voor jezelf.”

Ook met deze correctie blijft staan, als u het even omdraait, waar leeft u wel voor?

,,Ik ben van mening dat we een verantwoordelijkheid hebben in de gemeenschappen waarin we leven. Dat is in het groot je land of je dorp, maar ook in het klein in verenigingen en kerkverbanden. Ik ben ervan overtuigd dat je ook daar, als dat enigszins kan, je steentje moet bijdragen.”

Dat is duidelijk een politiek insteek.

,,Ja dat denk ik wel, maar het geldt, zoals ik zei, ook voor een vereniging of een kerkverband waar je lid van bent.”

Zou iedereen dat moeten doen?

,,Moeten vind ik een verkeerd woord. Het zou goed zijn, voor zover dat binnen het vermogen ligt, dat iedereen daar iets van voelt. Maar in een dorp als Scherpenzeel gaat dat redelijk vanzelf. Dat is ook een beetje de aard van de Scherpenzeler, denk ik. Juist in de kleinere gemeenschap is men meer geneigd om naar elkaar om te zien.”

Bent u in Scherpenzeel geboren?

,,Nee. Ik ben in Moerkapelle opgegroeid. Dat is een nog kleinere gemeenschap dan Scherpenzeel, dus nog meer ‘ons kent ons’. De meeste mensen horen bij dezelfde kerk, dus dat versterkt het ook. Sinds 2006 woon ik in Scherpenzeel, dus 10 jaar nu.”

U hebt die gemeenschapszin in andere plaatsen dan ook gezien?

,,In die andere plaatsen zat ik niet in de politiek. Maar wat ik hoor en me goed kan voorstellen, is dat het in grotere steden een stuk lastiger is. Daar is het individualistischer en kennen de mensen elkaar minder goed. Het is lastiger om daar die gemeenschapszin van de grond te krijgen. Het is daar dan ook nodig om het te stimuleren vanuit de overheid.”

U twitterde deze zomer deze uitspraak: ,,Wees niet bang voor nieuwe ideeën, maar juist voor oude.” Waarom spreekt u dit aan?

,,Ja, dat vind ik een hele mooie. We zijn als mensen vaak geneigd om de veiligheid van het bekende vast te houden. Het is denk ik een gevaar dat we blijven zitten in dat wat er altijd was. Ik denk dat je als samenleving dan niet vooruit komt.”

Noem u eens een voorbeeld daarvan vanuit Scherpenzeel?

,,We hadden een tijdje terug een avond met automatisering op de agenda. Dan is de meerderheid toch wel van mening dat Scherpenzeel niet voorop moet lopen of dat niet alles moet gaan via een digitaal loket. Een ander voorbeeld is het grondstoffenbeleidsplan. We moeten over naar een ander denken over hoe we met afval omgaan: niet denken in afval, maar in grondstoffen. Misschien moeten we van de grijze kliko’s af en het restafval wegbrengen, zodat er een prikkel is om beter te gaan scheiden. Dan is men erg bang voor die aanpak, ook omdat het lastig is voor de ouderen. Toen zei ik dat het met de komst van de kliko misschien wel op dezelfde manier is besproken: hoe moesten de ouderen met die zware bakken slepen? Dit soort discussies blijven als je iets wilt veranderen.”

Maar dat is politiek. Maar hoe zit dat daarbuiten, in Scherpenzeel of persoonlijk?

,,Ik heb soms bewondering voor mensen die op het persoonlijk vlak een bepaalde droom hebben en dingen los kunnen laten om die droom achterna te gaan. Dat denk ik: ,,Wauw dat doen die mensen toch maar.” Ik heb zelf ook best dromen, maar dan zit je vaak vast aan de zekerheden die je denkt te hebben.”

Is er iets dat u zou willen doen?

,,Er wordt wel eens gespeculeerd of ik een volgende wethouderskandidaat zou kunnen zijn. Die gedachte houdt me wel bezig, maar tegelijkertijd denk ik dat het wethouderschap een politieke functie is die behoorlijk onzeker is. Stel dat ik voor die keuze kom te staan, dan is het iets waar ik warm van wordt en waar mijn hart ligt, maar me ook onzeker bij voel. En dan denk ik wel eens: ,,Durf eens te kiezen voor verandering en los te laten.”

Wat houdt u dan tegen? Is dat alleen de onzekerheid van de baan op zich?

,,Het is de twijfel of het wel iets voor me is. Zou ik het wel kunnen? Dat soort dingen.”

Als u kijkt naar uw politieke drijfveren, wat is daar kenmerkend aan. Kunt u antwoorden met deze sleutelwoorden in het achterhoofd: ik ben pragmatisch, invoelend of ik ben vernieuwend?

,,Ik denk dat pragmatisch op 1 staat.”

Zit u dan wel bij de goede partij?

,,Dat is een goede vraag. Dan zou je als eerste het sociale verwachten misschien. Maar ik denk het toch wel, want als je nu naar de ChristenUnie op landelijk niveau kijkt, zijn ze daar heel erg pragmatisch bezig. Ze kiezen voor verbindingen en gelegenheidscoalities waar ze zelf een inbreng kunnen hebben en een stempel op kunnen drukken. Op deze manier zijn ze nu en waren ze in het verleden een bruggenbouwer tussen verschillende partijen.”

Maar hoe werkt het in Scherpenzeel?

,,Dat werkt in Scherpenzeel ook echt zo. In de vorige periode zaten wij in de oppositie. Tonnis van Dijk was toen het enige raadslid, ik was commissielid. Toen had Tonnis zeker die rol om een brug te slaan tussen met name coalitie en oppositie. Ik vond dat hij dat heel goed deed. Dat past ook bij mij om op deze manier pragmatisch politiek te bedrijven.”

U komt uit een politiek nest en uit een groot gezin. U bent de enige van uw gezin die in de politiek terecht is gekomen. Uw vader zat in de politiek. Heeft hij op u zoveel invloed gehad dat u daarom de politiek in ging?

,,Mijn vader heeft niet zozeer dat stempel op mij gedrukt. Mijn vader was wel raadslid, maar daar ging het bij ons thuis niet heel erg veel over. Het was vooral zo dat we mee kregen dat het niet gek was iets te doen voor de samenleving. Mijn vader was niet een echt uitgesproken politiek dier. En nog steeds niet. Nadat hij gestopt is met het raadswerk, is hij niet meer politiek betrokken. Hij leest de krant, maar dat is het dan ook wel.”

Wat was zijn drijfveer dan op de politiek in te gaan?

,,Hij is raadslid geweest voor de SGP. Mijn vader is, met veel respect voor hem, een eenvoudige man. Hij heeft niet gestudeerd, maar zat toch maar in de raad. Het was voor hem een soort plichtsbesef.”

Dat zit er bij u toch een breuk, want u bent niet lid geworden van de SGP.

,,Ik heb bewust die keuze gemaakt. Bij de SGP had ik overigens als vrouw moeilijk actief kunnen worden. Op mijn 18e heb ik misschien nog op de SGP gestemd, maar al snel werd het de ChristenUnie. Mijn vader was er wel door ontdaan. In die tijd kwam Tineke Huizinga in de Tweede Kamer ten koste van een mannelijk Kamerlid dat er al een aantal jaren zat. Mijn vader zei toen: ,,Doordat jij op haar hebt gestemd, komt zij in de kamer ten koste van een man die kostwinner is en een gezin moet onderhouden.Zij heeft een gezin in het noorden van het land en zit nu helemaal in Den Haag.” Daarin lagen we veel uit elkaar. Maar toen ik twee jaar geleden als raadslid werd geïnstalleerd, was hij er wel bij. Dat was mooi.”

Daarmee bent u ook bewust naar een andere kerk gegaan?

,,In de Gereformeerde Gemeente ben ik opgegroeid. Deze overgang is een bewuste keuze geweest, maar ook ingegeven door persoonlijke omstandigheden. Er zijn dingen in mijn persoonlijk leven gebeurd waardoor je je niet meer op je plek voelt binnen dat kerkverband. Het wordt dan erg ingewikkeld. Toen we naar Scherpenzeel verhuisden, gingen we op zoek naar een kerk waar we ons meer thuis voelden.”

Hoe past de politiek bij u? Wat drijft u daar in?

,,Ik zie mezelf niet anders dat wie dan ook die vrijwilligerswerk doet en zich inzet voor een ander, zoals bijvoorbeeld op een zorgboerderij.”

Maar u hebt voor de politiek gekozen, waarom juist daar?

,,Dit past bij mij. Ik ben breed geïnteresseerd en leergierig. Ik wil mezelf blijven ontwikkelen. Ik vind het leuk vanwege alle verschillende onderwerpen die de agenda passeren. Je wordt gedwongen je te verdiepen in dingen waar je je nog nooit in verdiept hebt. Dat vind ik ontzettend boeiend. Dat is fijn voor mezelf, maar aan de andere kant is het een manier om je steentje bij te dragen. De ChristenUnie past bij mij door de wijze waarop zij politiek bedrijft. Het is niet zo dat we onze christelijke normen en waarden willen opleggen aan de samenleving, maar wij leven uit die waarden, bedrijven vanuit die waarden politiek en wilen op die manier iets goeds doen voor de samenleving. In die zin past het sociale ook bij mij. Overigens heb ik grote bewondering voor mensen die vrijwilliger zijn op bijvoorbeeld een zorgboerderij, maar het is niet iets voor mij.”

Als u zegt pragmatisch te zijn, waarom is lokale christelijke politiek dan noodzakelijk in Scherpenzeel?

,,Christelijke politiek vind ik als ChristenUnie politica een verkeerd woord. Wij zijn christenen en we bedrijven politiek. En dat vind ik iets anders dan christelijke politiek. Er zijn genoeg onderwerpen waar je niet op een christelijke politieke manier over kunt praten, bijvoorbeeld als het gaat over grondwater of straatstenen. Maar wij doen het vanuit ons christen-zijn. Met name op het sociale vlak willen we de liefde van God laten doorschemeren, niet alleen voor onze achterban, maar voor de hele bevolking. Belangrijk vind ik dat we ruimte voor elkaar moeten creëren, ook voor de mensen die misschien iets anders zijn. We moeten mensen meer in hun waarde laten als ze niet in het plaatje passen. Maar daarbij wel oog blijven houden voor elkaar. In Scherpenzeel gaat dat best wel goed. Er is zorg voor elkaar en mooi vind ik dat de lokale overheid en de kerken goed samenwerken om kwetsbaren te ondersteunen.

 

Labels

« Terug

Reacties op 'Interview Marieke van de Beek'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.