Algemene beschouwingen bij de kadernota 2021-2024

Huis-Scherpenzeel-Ben-Bender-Wikimedia.jpgvrijdag 10 juli 2020 09:11

Scherpenzeel – een wankele gemeente of een sterk dorp?

Voorzitter, ter behandeling ligt vandaag de kadernota voor. Een technisch-financieel document waar we iets van moeten vinden. Vandaag ligt niet de vraag ‘herindeling of zelfstandigheid’ op tafel. Hierover hebben wij ons in december uitgesproken, deze bal ligt nu bij de provincie.

Echter, het is een goede gewoonte om bij de behandeling van de kadernota Algemene beschouwingen te houden. Beschouwingen, waarbij we wat opstijgen boven de waan van de dag, en wat breder en verder kijken dan doorgaans bij de behandeling van raadsvoorstellen. Voorzitter, en als we dat doen, dan ontkomen we niet aan het thema ‘Toekomst van Scherpenzeel’.

Voorzitter, kijkend naar Scherpenzeel wil ik in deze beschouwingen twee kanten belichten:

  • De bestuurlijke kant
  • De financiële kant

Bestuurlijk

Er wordt veel gevraagd van gemeenten, nu en in de toekomst. Veel omvangrijke en complexe taken komen op het bordje van de gemeente. Daarnaast gaan de ontwikkelingen in de samenleving sneller dan ooit en is de omgeving waarin wij ons bevinden complexer dan ooit. Dit vraagt iets van een gemeentebestuur. Dit vraagt een bepaalde mate van professionaliteit, van visie, kennis en autoriteit. Het vraagt ook een sterke positie, rol en inbreng in de regio. Het vraagt, kortom, een grote mate van bestuurskracht. Bestuurskracht van raad en college, die, of je het nu wil zien of niet, vanuit een kleine gemeenschap als Scherpenzeel nu eenmaal lastig op te brengen is.

Natuurlijk zien wij ook de voordelen van korte lijnen, natuurlijk werken onze ambtenaren hard, natuurlijk is het fijn om te stellen dat iedereen elkaar kent en zo ‘benaderbaar’ is, maar dat wil nog niet zeggen dat daardoor onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties automatisch het beste krijgen.

Voorzitter, waar het gaat om bestuurskracht en strategische kracht wordt in deze kadernota vooral ingezet op versterking van onze ambtelijke organisatie. Maar bestuurskracht is méér. Als wij een hoogopgeleide, krachtige organisatie hebben, dan hebben wij ook een sterk college nodig, dat op een goede manier deze organisatie kan sturen. Een college, dat ook in de regio wordt gewaardeerd. En is onze raad zodanig toegerust dat zij hierin mee kan? Of krijgen we dan te maken met de zogenaamde ‘vierde macht’ die het voor het zeggen heeft? De overmacht van daadkrachtige en deskundige ambtenaren, die het feitelijk voor het zeggen hebben in Scherpenzeel? 

Als we het hebben over de bestuurlijke toekomst van Scherpenzeel, ontkomen we er als raad niet aan om ook de hand in eigen boezem te steken. Om zélf in de spiegel te kijken. Dan komen we al snel uit bij wat zo mooi ‘politiek-bestuurlijk samenspel’ wordt genoemd. De wisselwerking tussen raad en college, rolvastheid, en het functioneren van de democratie in Scherpenzeel. Voorzitter, en ik herhaal nog maar een keer wat ik op 4 juni ook heb gezegd: Wie denkt dat ‘democratie’ betekent dat de meerderheid het voor het zeggen heeft, en de minderheid er het zwijgen toe moet doen, maakt een grote denkfout. Als er geen oog en oor meer is voor de standpunten en argumenten van de minderheid, is democratie ver te zoeken. Dan is er eerder sprake van dictatuur van de meerderheid. Voorzitter, en dan kunnen wij, terugkijkend op de afgelopen maanden, niet anders concluderen dan dat de democratie in de Scherpenzeelse raad onder druk staat.

Voorzitter, in de kadernota wordt met het oog op de bestuurlijke toekomst van Scherpenzeel gesteld dat zelfstandigheid de beste optie is om onze voorzieningen te waarborgen. Als argument wordt gegeven dat we dan ‘volledige regie’ hebben over onze voorzieningen en ons geld. Voorzitter, dit is een utopie. Voor wat betreft voorzieningen is veel aan ‘de markt’ onderhevig. En als klein dorp ligt een groot deel van de regie nú al buiten onze eigen invloed: bijvoorbeeld bij de regio en bij verbonden partijen. En juist daar moeten wij, als we eerlijk zijn, erkennen dat we nauwelijks iets in te brengen hebben… nauwelijks iets van ‘regie’ kunnen voeren, juist omdat we daarvoor een te kleine partij zijn die, zowel financieel als inhoudelijk, te weinig bijdraagt.

Financieel

Ten tweede, de financiële kant. Als we kijken naar de financiële toekomst van Scherpenzeel, komen we wat dichter bij de kadernota. En dan zien we dat voor het doel ‘zelfstandigheid’ grote offers nodig zijn. In de eerste plaats is er de forse verhoging van de onroerende zaak belasting. Het financiële offer voor zelfstandigheid moet rechtstreeks door onze inwoners worden opgebracht. Al in december hebben wij aangegeven, nooit voor een dergelijke lastenverzwaring te zullen stemmen als het niet onontkoombaar is. Daar komt nog bij dat naar verwachting ook de afvalstoffenheffing volgend jaar zal moeten stijgen.

Daarbij is er in deze kadernota geen rekening gehouden met het feit dat de algemene uitkering van het rijk daalt als de ozb opbrengsten door een belastingverhoging stijgen. Het college rekent zichzelf rijk over de rug van onze inwoners.

Voorzitter, een belangrijke pijler onder het financiële plaatje is de woningbouw. Door het college wordt gesteld dat de woningbouw niet is ingegeven door financiële argumenten. Dit is echter in tegenspraak met wat het college zélf in de kadernota schrijft (citaat): “Onze woningbouwplannen leveren door middel van hun grondexploitaties een belangrijke voeding voor onze Algemene Reserve. Daarnaast zorgen nieuwe woningen via de OZB op termijn voor additionele structurele inkomsten.”

Dat de inkomsten uit woningbouw in dit plan broodnodig zijn, blijkt wel uit het feit dat de algemene reserve met € 4,3 miljoen afneemt in vier jaar tijd! Die zal moeten worden aangevuld met de inkomsten uit woningbouw. Flinke opbrengsten uit woningbouw bereik je echter uitsluitend door het bouwen van woningen in het hogere segment, op eigen gronden. En dat, terwijl er júist zo’n enorme behoefte is aan betaalbare woningen! Het college zou blijk geven van visie, als zij zocht naar wegen om juist te kunnen investéren in bouw van betaalbare woningen, in plaats van woningbouw te zien als melkkoe. Daarbij komt dat bij een forse groei van de bevolking ook meer schoollokalen, sportvoorzieningen en andere bovenplanse voorzieningen nodig zijn, waarmee nu nog geen rekening wordt gehouden.

Voorzitter, in deze kadernota wordt absoluut geen rekening gehouden met een groot aantal kleinere en grotere financiële risico’s. Wij hebben dit in de opinieronde en door middel van onze technische vragen al inzichtelijk gemaakt. Om die reden kan er onmogelijk worden gesteld dat deze kadernota duurzaam positief is, en een solide basis is voor een gezonde, sterke gemeente op de lange termijn.

Voorzitter, er is een alternatief. Een alternatief, dat onze inwoners de komende tien jaar 14 miljoen euro minder gaat kosten dan het huidige plaatje. Veertien miljoen euro! , dat is € 1.400 per inwoner of € 5.600 per gezin van vier personen! En dat alternatief is: kiezen voor een sterk dorp in een sterke gemeente. Een gemeente, die wel invloed en regie heeft in de regio, in verbonden partijen. Een gemeente, die een krachtig kernenbeleid voert, die oog heeft voor de voorzieningen, leefbaarheid en identiteit van haar dorpen. Een gemeente, die een prima economisch beleid voert, die al meerdere keren werd uitgeroepen tot MKB-vriendelijkste gemeente van Gelderland. En in die gemeente kan Scherpenzeel blijven, wat zij ook nu is: een krachtig dorp, met mooie voorzieningen, met een sterke sociale cohesie en een rijk verenigingsleven. Juist door te kiezen voor een betaalbare toekomst in een sterke gemeente, kan Scherpenzeel blijven wat zij nu is: een ondernemend dorp in het groen, met een betrokken gemeenschap.

Voorzitter, ik wil afsluiten met dingen die ik in het verleden vaker heb gezegd, maar juist nu ook nog een keer wil benadrukken. En dat zijn twee opdrachten, die in de bijbel staan, en waar wij als ChristenUnie politici elkaar vaak aan herinneren. En dat doen we niet zomaar, dat doen we omdat dat de drijfveren zijn waaruit wij handelen, omdat die opdrachten verwoorden op welke manier wij politiek willen bedrijven, ook, en júist, als we voor lastige keuzes staan.

De eerste opdracht is van de profeet Jeremia: “Bid voor je stad. Doe er je best voor dat het goed gaat met die stad.” De tweede opdracht is van de profeet Micha: “Wees eerlijk, rechtvaardig en trouw. En denk niet alleen aan jezelf, maar leef dicht bij God.”

Voorzitter, ons inzetten voor het goede voor ons dorp, op een eerlijke manier, zoekend naar gerechtigheid, trouw aan onze uitgangspunten en principes, dat is hoe onze fractie ook nu zal handelen.

Labels

« Terug

Reacties op 'Algemene beschouwingen bij de kadernota 2021-2024'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.