Algemene beschouwingen bij de kadernota 2022-2025
Scherpenzeel op koers – maar waar naartoe?
“Scherpenzeel ligt volledig op koers”. Daarmee presenteerde het college enige weken geleden de kadernota. Een kadernota die onze fractie grote zorgen baart.
De kadernota begint met een korte inleiding. Daarin worden vier dingen gesteld, die absoluut de waarheid geweld aandoen, of toch tenminste een stevige nuance behoeven. Er wordt gesteld dat er 1. meer ruimte is om de stijgende kosten in het sociaal domein op te vangen,
2. dat er structurele dekking is voor alle vaste lasten,
3. een stevige spaarpot voor financiële tegenvallers, en tenslotte,
4. dat we blijven investeren datgene wat we in de toekomstvisie hebben vastgelegd.
Om met het eerste te beginnen: meer ruimte om de kosten in het sociaal domein op te vangen. Voorzitter, er is de verwachting dat het rijk hiervoor geld beschikbaar zal stellen. Maar waar wij enerzijds als gemeente erkennen dat er meer geld nodig is en dat de beschikbare budgetten voor Jeugd en Wmo moeten stijgen, laten wij dit tegelijkertijd gepaard gaan met een forse taakstellende bezuiniging, waarvan we nog niet weten hoe die in te vullen. De wethouder suggereerde dat dat laatste in regioverband gebeurt, maar de goede luisteraar hoorde dat er slechts over wordt gesproken in regioverband. Dat zogenaamde 'best practices’ met elkaar worden gedeeld. Maar daarmee wordt nog niet het probleem in Scherpenzeel opgelost. Daarmee wordt nog niet de bezuiniging, die broodnodig is om de begroting sluitend te krijgen, daadwerkelijk ingevuld. Onze inwoner mag fors meer gaan betalen, maar de meest kwetsbare inwoners krijgen er bezuinigingen voor terug.
Ten tweede: de structurele dekking voor vaste lasten. Zowel bij de jaarrekening als bij de eerste financiële rapportage hebben wij geconstateerd dat er veel te krap wordt begroot. Het doel van het college met deze begroting is niet het reserveren van realistische budgetten, het doel is om onder aan de streep niet in de rode cijfers te komen. Gevolg is dat we keer op keer, op alle momenten dat we even de thermometer in het badwater steken, moeten constateren dat we tekort komen. Dat we keer op keer moeten bijstorten uit onze spaarpot, de algemene reserve. Indirect betekent dat dus, dat we de vaste lasten tóch niet structureel dekken, want we begroten te weinig en vullen vervolgens de tekorten steeds aan met incidenteel geld.
Het derde punt, de stevige spaarpot. Die spaarpot bestaat uit te verwachten incidentele inkomsten uit de grondexploitatie. In de huidige markt is daar inderdaad in de toekomst een forse opbrengst van te verwachten. Maar dat neemt niet weg, dat op dit moment, en de komende jaren, de reserve leeg is. Het college verwacht deze aan te kunnen vullen, maar dat is nog toekomstmuziek, en die muziek houdt ook ergens op. Na de grondexploitaties die nu bekend zijn, zijn alle gemeentelijke gronden ontwikkeld. De nu voorziene inkomsten drogen dus binnen afzienbare tijd op. En dan?
Tenslotte stelt het college, dat we blijven investeren in dat wat we in de toekomstvisie hebben vastgelegd. Voorzitter, het belangrijkste besluit bij de toekomstvisie was toch wel, dat er 14,2 fte nodig is om onze ambtelijke organisatie in de basis op orde te brengen. De inkt is nog nauwelijks opgedroogd, of dit college schrijft zonder blikken of blozen in deze kadernota dat dat wel wat minder kan. De wethouder stelt, dat de wegbezuinigde fte’s geen deel uitmaken van die 14, maar in de kadernota staat er zelfs expliciet bij vermeld dat dat wél zo is. Waar wij bang voor waren, gebeurt nu al. Als het financieel lastiger wordt, is die belangrijke versterking van de organisatie het eerste waarin weer wordt gesneden. Hiermee doen we de medewerkers van onze organisatie tekort.
En dat is nog niet alles: ook het geld dat we voor de ambities uit de toekomstvisie hadden gereserveerd, wordt besteed aan andere dingen. Het bedrag wordt gehalveerd en het resterende deel wordt besteed aan een Wmo consulent, een absolute basistaak van de gemeente. Dit college doet niet alleen de medewerkers, maar ook de inwoners van ons dorp tekort. Ze mogen fors meer betalen, en krijgen daar bezuinigingen en het schrappen van de ambities voor terug.
Voorzitter, realiseert u zich dat ik nog niet verder dan de inleiding van de kadernota ben gekomen? En eigenlijk zegt dit genoeg, kan ik hier ophouden. Scherpenzeel ligt op koers, maar we koersen niet af op een zonnig eiland waar niemand zich ergens zorgen over hoeft te maken. We koersen af op zware storm, op steile kliffen of onbekende diepten, waarvan nog niemand weet hoe we daar doorheen zullen komen. We houden angstvallig vast aan onze koers van zelfstandigheid, in een rechte lijn, waar het zicht op de échte doelen wordt vertroebeld door de mist van grote woorden, beschuldigingen en verdachtmakingen, dat alles om maar zelfstandig te blijven.
Een goede stuurman moet juist telkens opnieuw zijn koers bepalen, gebaseerd op nieuwe inzichten en nieuwe feiten. Voor een goede stuurman is niet de koers leidend, maar het doel dat hij wil bereiken. En voor het doel, het beste zoeken voor onze inwoners en organisaties, is het wellicht nu tijd om de koers bij te stellen. Misschien kan het nog nèt… misschien kunnen we nog bijsturen, zonder averij op te lopen.
Voorzitter, de politiek en alles wat er speelt kan ons zomaar naar de keel vliegen. Kan ons te groot en te veelomvattend worden. Als niets is wat het lijkt, als je teleurgesteld raakt in mensen, je niet meer weet op wie je wel of niet kunt bouwen, zou je soms het bijltje er bij neer willen gooien. Waar de lokale sores ons in de afgelopen periode zo bezig hielden, waar we over lokale ontwikkelingen dachten: waar moet dit heen, en welke invloed heb ik hier nog op om bij te sturen, geldt dat zeker als we naar het grotere plaatje kijken. Als we nadenken over de zorgen en uitdagingen waar we regionaal, landelijk en in de wereld voor staan.
Maar dan, juist op die momenten, prijzen we ons gelukkig om wat al tot uiting komt in de naam van onze partij. Wij zijn de ChristenUnie, een beweging van christenen. Wij weten dat we het niet zelf en niet alleen hoeven te doen, maar dat we enkel een instrument zijn in de handen van God, om te streven naar rechtvaardigheid en het goede te zoeken voor onze medemens. En dan weten we dat we het op momenten ook mogen loslaten, in de wetenschap dat God zijn werk nooit loslaat. En als we dan aan het begin staan van het zomerreces, waarin we allemaal een stapje terug mogen doen, dan wensen we ons allen rust en vrede toe, zoals beschreven staat in psalm 131, die ik voor u lees uit de bijbel in gewone taal:
Heer, ik voel me niet beter dan anderen
ik denk niet dat ik belangrijk ben
of dat ik alles kan.
Nee, ik ben rustig en stil
ik voel me veilig bij u
zoals een kind in de armen van zijn moeder.
Israël – en dit geldt voor ons allemaal -
vertrouw op de Heer,
nu en altijd!
Dat inzicht, die rust en dat vertrouwen wensen wij ons allen toe.
- Labels
Reacties op 'Algemene beschouwingen bij de kadernota 2022-2025'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.