Wij zijn gezegende mensen, dat we leven in een land met een grondwet, met daarin artikel 1: Discriminatie op welke grond dan ook, of dat nu afkomst, ras, leeftijd, geloof of seksuele voorkeur is, is in ons land verboden. De realiteit is dat discriminatie ook in ons land helaas voorkomt. Uit de cijfers blijkt dat discriminatie op grond van herkomst (etnische achtergrond) het vaakst voorkomt. Bekend gegeven is dat antisemitisme de laatste jaren weer meer voet aan de grond lijkt te krijgen. Ook blijkt uit een landelijk rapport dat de meldingen van discriminatie vanwege een handicap toenemen. Kortom: uit dit alles blijkt dat het bestrijden van discriminatie, aandacht verdient.

Toch zal onze fractie tegen de motie stemmen. Wij hebben hiervoor twee redenen: ten eerste vraagt discriminatie in de volle breedte onze aandacht, en niet slechts discriminatie van een bepaalde groep mensen. De overheid is er voor alle inwoners, en moet de belangen en rechten van alle inwoners in dezelfde mate vertegenwoordigen. Het is niet goed om daar op een bepaalde manier één groep eenzijdig uit te lichten. Wat doen we dan met al die andere groepen mensen in onze samenleving die evengoed misschien extra aandacht zouden verdienen? We moeten hierin zorgvuldig zijn en willekeur voorkomen!

Ten tweede lossen we het probleem van discriminatie niet op door het hijsen van een regenboogvlag op één bepaalde dag in het jaar. Het hijsen van deze vlag is wat ons betreft symboolpolitiek. Wat doen we in onze samenleving wérkelijk aan het voorkomen en bestrijden van discriminatie, in welke vorm dan ook? Laten we daarover als samenleving met elkaar in gesprek gaan en in gesprek blijven. Welke concrete acties hebben we om discriminatie tegen te gaan? Zijn die uitsluitend gericht op discriminatie op grond van seksuele geaardheid, of trekken we dit onderwerp breder?